Kijk, dat is Kees Hij is debiel Dat kun je zien aan zijn gezicht Hij heeft van die vreemde oren Z'n tanden staan te ver naar voren En zijn mond kan niet meer dicht
Kijk, daar rijdt Kees In de bus Samen met zijn vriendjes Naar school gebracht Hij kan zijn goede hand al geven 'Hij is pas zeven dagen zeven' Zeggen zijn ouders Veel te zacht Kijk, daar is Kees
Soms zit Kees hele dagen In zijn spiegeltje te kijken Hij ziet zichzelf Maar hij vindt het beeld niet lijken Dan zegt hij 'Morgen Morgen, morgen wordt ik acht' 'Kijk' Zeggen dan zijn ouders 'Dat is onze Kees' En hij lacht
Kijk, daar ligt Kees In de natuur Hij zegt 'Ik ben een kind van God' En hij hoort bij alle bloemen Die hij niet bij naam kan noemen Wij wel
Kijk, daar loopt Kees In onze wereld Vandaag of morgen onder een tram En als ik hem af moest leggen Zou ik tot zijn ouders zeggen Dat het beter was Voor hem