De vlam blijft altijd branden. De olie raakt nooit op in de lamp hier op mijn tafel die licht werpt op mijn handen en het lege vel papier. Lees goed wat ik je schrijf want ik kan het maar een keer, ik heb de kracht niet meer. Maar de vlam blijft altijd branden.
Ik schrijf je dit omdat ik wil dat je mn naam weet en dat je weet van mijn gevoel en dat je weet wie ik ben. Omdat ik wou dat ik een ander was, omdat ik wou dat ik bestond, bestond voor jou.
De vlam blijft altijd branden maar het boek moet ooit eens dicht. En de lamp hier op mijn tafel verwarmt mijn stramme handen. Zet de pen op het papier. Ik weet wat ik je schrijf: een liefdesbrief uit wanhoop. Jij moet uit mn lijf. Maar de vlam blijft altijd branden.
Ik schrijf je dit omdat ik wil dat je mn naam weet en dat je weet van mijn gevoel en dat je weet wie ik ben. Omdat ik wou dat ik een ander was, omdat ik wou dat ik bestond, bestond voor jou.