't Is stil in Amsterdam De mensen zijn gaan slapen. De auto's en de fietsen Zijn levenloze dingen De stad behoort nu nog Aan een paar enkelingen. Zoals ik die houden van verlaten straten Om zomaar hardop in jezelf te kunnen praten Om zomaar hardop te kunnen zingen Want de auto's en de fietsen Zijn levenloze dingen Want de mensen zijn gaan slapen.
't Is zo stil in Amsterdam En godzijdank Niemand die ik tegenkwam.
't Is stil in Amsterdam De mensen zijn gaan slapen. Ik steek een sigaret op En kijk naar het water En denk over mezelf En denk over later.
Ik kijk naar de wolken Die overdrijven Ik ben dan zo bang Dat de eenzaamheid zal blijven Dat ik altijd zo zal lopen Op onmogelijke uren Dat ik eraan zal wennen Dat dit zal blijven duren. Als de mensen zijn gaan slapen.
't Is zo stil in Amsterdam Ik wou dat ik nu eindelijk iemand tegenkwam.