Ik zag je daar toen staan. keek mij verlegen aan. Anita. (Anita).
Gitzwarte haar. en ogen zo helder en blauw. Ik vroeg je ga je mee. Ik weet een leuk café. Anita. (Anita).
Een knipoog een lach. ik had je wel verstaan. Toen zijn we weg gegaan. Je keek me aan. je had me in je macht. ik was totaal verloren. kwil je beminnen, verwennen, bekennen, ben stapelgek op jouw.
oooh ooh ooohw.
Je ging toen met me mee. naar dat klein café. Anita (Anita).
Muziek speelde zacht. Maar ik greep toen mijn kans. en vroeg je daar ten dans. zeg nu ja en geen nee. ga vannacht met me mee. tot de morgen ontwaakt. Wil ik je heel dicht bij mij.
wow wow wow.
Ik zag je daar toen staan. keek mij verlegen aan. Anita. (Anita).
Gitzwarte haar. en ogen zo helder en blauw. Ik vroeg je ga je mee. Ik weet een leuk café. Anita. (Anita).
Een knipoog een lach. ik had je wel verstaan. Toen zijn we weg gegaan. Je keek me aan, je had me in je macht. Ik was totaal verloren. kwil je beminnen, verwennen, bekennen, ben stapelgek op jouw.
oooh ooh ooohw.
Je ging toen met me mee. naar dat klein café. Anita. (Anita).
De muziek speelde zacht. Maar ik greep toen mijn kans. en vroeg je daar ten dans. zeg nu ja en geen nee. ga vannacht met me mee. tot de morgen ontwaakt. Wil ik je heel dicht bij mij.
wow wow wow.
Ik zag je daar toen staan. keek mij verlegen aan. Anita. (Anita).
Een knipoog een lach. ik had je wel verstaan. Toen zijn we weg gegaan.