Ik ken de brokken in de melk Ik ken de mensen aan hun frak Ik ken bloemen aan hun kelk Ik ken appel aan zijn tak Ik ken gokker aan zijn taal Ik ken wijn aan zijn gebied Ik ken zotten aan hun maal Ik ken alleen mij zelve niet
Ik ken de monnik aan zijn pij Ik ken het wambuis aan de sjaal Ik ken de heer aan zijn lakei Ik ken de nonnen aan hun voile Ik ken 'Jan Vlijt' en 'Jan Gemak' Ik ken de zon en het regenlied Ik ken de snelle en de slak Ik ken alleen mij zelve niet
Ik ken het muildier en de paarden Ik ken hun lasten en hun kracht Ik ken de fiches en hun waarde Ik ken en neem mij dus in acht: de zonden van het Boheems-geslacht Ik ken 'Yvonne en Margriet' Ik ken de sterke roomse-macht Ik ken alleen mij zelve niet
'Prince' ik ken het altegader Ik ken wie bleek – wie donker ziet Ik ken de dood ons aller – vader Ik ken alleen mij zelve niet