Hé kapitein ik wil naar zee als je uitvaart kan ik dan mee met jouw schip ik poets de scheepsbel en ik laveer met hete koffie die ik serveer bij dag en bij nacht
en ’s avonds speel ik met plezier voor u en voor de passagiers harmonica
hé kapitein ik wil naar zee o alsjeblieft neem me mee oh nee ik ben niet bang al duur de reis nog zo lang al stormt het windkracht tien hè kapitein je zult het zien
ik liep van huis weg in de regen wat ik beschouwde als een zegen voor deze reis
ik vloek niet en ik klaag niet gauw ik werk hard en blijf in touw al jammert de wind
al slaap ik in het kraaiennest of in het ruim het is allemaal best ik sta klaar
hé kapitein ik wil naar zee o alsjeblieft neem me mee nogmaals ik ben niet bang al duurt de reis ook nog zo lang al stormt het meer dan windkracht tien ik wil de hele wereld zien zeg nou ja hé kapitein o zeg nou ja zeg nou ja