refr.: De noorderwind waait gierend om me heen De noorderwind snijdt mij door merg en been En 'k weet niet eens precies waarom Maar ik wou dat ik eens goed uithuilen kon Als de wind, de gure noorderwind
Oktober doet z'n ramen dicht Want de lucht wordt koud en kil 't Lege strand in 't vale ochtendlicht Lijkt zo doodvervelend stil En ik loop hier wat verloren 'k Weet niet goed meer wat ik wil Maar de wind die laat zich horen Want een hevige storm is op til refr.
Het leven is een eeuwig spel Van voor- en tegenspoed En de mooie dagen komen en gaan Telkens weer als eb en vloed Vreemd dat ik niet kan verklaren Wat me zo weemoedig maakt Als de wind begint te huilen En het schuim op het water Ontwaakt, ontwaakt