Als twee ruitenwissers die naar elkaar neigen maar die elkaar nooit zullen omarmen zo leven jij en ik ieder afzonderlijk naar een onbekende omhelzing.
Maar misschien breng ik buiten mijn eenzaamheid mijn verlangen en hoop in kaart dan is er een denkbeeldige weg naar jou want het muzikale radarsysteem in de liefde van mens tot mens moet toch voldoende zijn voor vertrouwen.
Ook al vinden wij elkaar als twee vermoeide vlinders boven gesloten anjelieren dan nog zullen wij praten en als er woorden breken begraven wij de scherven in elkaar.