In de kamer is het koud en stil
Ik gooi mn jas waar hij vallen wil
En hoop vergeefs op verlossing bij het antwoordapparaat
Ik ril en draai de verwarming aan
En zie haar weer in gedachten staan
Zie de trek om haar lippen die haar onweerstaanbaar maakt
En ik vraag me af
Wie nu met haar eet
En haar koffie schenkt, maar de melk vergeet.
Wie de vaat naar de keuken brengt en bij zichzelf denkt,
Dat ze de mooiste is
Ik zap en laat een oude film staan
Muiterij op de Oceaan
Wat is het leven simpel, als je Marlon Brando heet
En ik weet niet wie nu in haar armen rust
En de bange blik uit haar ogen kust
Wie verdwaalt in haar labyrint
Maar voor altijd vindt
Dat ze de mooiste is
En ik hoor het graag
Dat de tijd uiteindelijk alle wonden heelt
En ik ooit zal betreuren dat ik iedereen met mijn ellende heb verveeld
Ik lees haar brief nog een laatste keer
En lag me maar bij haar woorden neer
Die me altijd opnieuw naar haar stem doen verlangen
En ik vraag me af wie nu bij haar slaapt
En de spinnen 's nachts uit de kamer jaagt
Wie zn hand op haar lichaam legt
En haar zachtjes zegt
Dat ze de mooiste is