Ik heb bloemen voor je meegenomen En ik dwing mezelf tot een kus op je gezicht Ik lieg dat je er beter uit ziet En je glimlacht in het bleke licht
Een man omhelst zijn vrouw en ze gaan eten In een woning aan de overkant Daar te mogen wonen voor een avond Een avond als altijd niets aan de hand
In het paradijs
We zeggen niet terzake doende dingen Wat is de koffie hier goedkoop Het bezoek wil dolgraag afscheid nemen En ik haat mezelf als ik naar buiten loop
Ik kijk naar de sterren Kijk naar de maan Onverschillig In hun eeuwig bestaan Oog in oog Met wat altijd zal zijn Het maakt het zo groot Ze maken ons te klein