in de verte spreekt een stem die ik herken van onze ruzies over kleine misverstanden over grote desillusies en ik hoor de kille klanken van jouw ingehouden woede.
maar wat kan ik meer dan janken als ik dit niet kon vermoeden in een waas hoor ik je zeggen dat je alles op wilt geven dat je alles met je meeneemt wat me lief is in dit leven.
en ik luister hoe jouw woorden langzaam opgaan in de zinnen die me treffen als een bliksem met vernietigende kracht
deze kilte maakt me gek en dit gevoel is angstaanjagend maar je woorden malen verder en 'n ogen kijken vragend waarom zei je mij niet eerder dat je zo van me vervreemd was waarom sprak je over liefde als je nooit van mij gehouden hebt.
ik verlies het van de wanhoop en ik voel m'n tranen branden en ik zou niets liever willen dan m'n hoofd weer in jouw handen maar wat tot een uur geleden nog zo veilig heeft geleken is 'n hele grote leugen en 'n kaartenhuis gebleken
het is net of iemand anders in jouw lichaam is gekropen en ik heb niet eens gemerkt dat ie naar binnen is geslopen om jouw liefde uit te wissen en m'n wereld te vernielen wil er niemand me vertellen dat ik alles heb gedroomd