De Tijd Zit Erop En We Varen Weer Thuis het Duurt Nog Maar Enkele Weken een Paar Keer Op Wacht En Dan Kom Ik Naar Huis dan Zullen We Elkander Weer Spreken dus Dit Is De Laatste Brief Die Ik Je Schrijf kijk 's Avonds Maar Goed In De Krant dan Weet Je Precies Waar Ik Ben En Ik Blijf voordat Ik Terugkom In 't Land
zie Ik De Lichtjes Van De Schelde dan Gaat Mijn Hart Wat Sneller Slaan ik Weet Dat Jij Op Mij Zult Wachten en Dat Je Aan De Kaai Zult Staan zie Ik De Lichtjes Van De Schelde is 't Of Ik In Je Ogen Kijk die Zo Heel Veel Liefs Vertellen dan Ben Ik Als Een Prins Zo Rijk
je Weet Wel M'n Schat Dat Ik Veel Van Je Hou dat Hoef Ik Jou Niet Te Verklaren een Zeeman Is Dol Op Z'n Kroost En Z'n Vrouw en Toch Wil Hij Altijd Weer Varen maar Heeft Soms De Zee Iets Verkeerd Met Mij Voor en Krijg Ik Voorgoed Averij denk Dan Aan De Kinderen En Sla Je Erdoor maar Spreek Hun Dan Dikwijls Van Mij
zie Ik De Lichtjes Van De Schelde dan Gaat Mijn Hart Wat Sneller Slaan ik Weet Dat Jij Op Mij Zult Wachten en Dat Je Aan De Kaai Zult Staan zie Ik De Lichtjes Van De Schelde is 't Of Ik In Je Ogen Kijk die Zo Heel Veel Liefs Vertellen dan Ben Ik Als Een Prins Zo Rijk
zie Ik De Lichtjes Van De Schelde is 't Of Ik In Je Ogen Kijk die Zo Heel Veel Liefs Vertellen dan Ben Ik Als Een Prins Zo Rijk