Aan alle vrouwen die ik heb gekend Die mij zo vaak teveel hebben verwend Die mij deden vergeten Ik wil nu dat ze weten Dat ik nog zoveel aan hen denk
Aan alle vrouwen, meisjes van weleer Die toen reeds wisten: in de liefde is er meer Die met gesloten ogen Zo vaak werden belogen Maar wisten wat vergeven was
In hun ogen de wereld en die was van ons alleen Al die woorden van trouw en die beloofden veel te veel In hun blik soms een traan Voordat ik wist dat ik weer weg zou gaan Onze namen gekrast in een boom Hun geheimen gehuld in een lach zonder schroom En al die tranen van spijt als de droom was gedroomd Als de liefde verdween De wereld was van ons alleen
En alle vrouwen die ik heb bemind Die kwamen en weer gingen als de wind Met volle overgave Mijn dorst wisten te laven Mij leerden wat begeren was
Aan alle vrouwen die ik heb gehad En liefdes die ik vaak heb onderschat En die nooit zouden klagen Als ze in mijn armen lagen En wisten dat ik weg zou gaan