Eens in de zoveel tijd Voel ik al nattigheid Dan komt mijn moeder naar boven En altijd zegt ze dan: 'Joh, wat een zwijnepan 't Is gewoon niet te geloven 't Kan zo niet langer, dat is geen gezicht Straks groeit je kamer nog helemaal dicht 't Is smerig en vies' Maar ik weet precies M'n spullen te vinden en waar alles ligt
Ruim je kamer op, ruim je kamer op Zie je zelf niet wat een troep? Je hebt toch ogen in je kop? Een varkensfokkerij Maakt niet zo'n zwijnerij als jij Geen kast meer die sluit Alle rommel puilt eruit Dit is de laatste keer dat ik het zeg Als je niet opruimt gooi ik morgen Eigenhandig alles weg
Pa heeft een kennis Waarmee die op tennis zit Iedere zaterdagmorgen Dan vraagt 'ie mijn moeder kwaad Waar ze z'n spullen laat Waar ze ze op heeft geborgen Mijn vader besteedt aan het zoeken geheid Bij ons thuis per week wel een uur van z'n tijd Het lijkt misschien raar Maar helaas is het waar Als mijn moeder iets opruimt, dan ben je het kwijt
Ruim je kamer op, ruim je kamer op Zie je zelf niet wat een troep? Je hebt toch ogen in je kop? Het wordt nou toch te gek Het komt zowat tot aan je nek Ik waarschuw niet meer 't Was de allerlaatste keer Ik heb je honderdduizend keer verteld: Als je niet opruimt dan verdwijn je in je eigen vuilnisbelt