Vroeger, vorig jaar nog, ging ik met m'n vader Samen dikwijls fietsen langs de Lek Over hele smalle dijken, waar je altijd uit moest kijken Want er reden ook wel auto's en die scheurden als een gek En soms zaten wij te rusten op een hek
Zo met achter ons de koeien en voor onze neus de schepen En we zeiden niets omdat we dan elkaar zo goed begrepen En mijn vader nam zo af en toe een trek Want mijn vader rookte altijd zware shag
Later, vorig jaar nog, is mijn vader ziek geworden dat kwam nogal onverwacht Veertien dagen thuis gebleven, maar hij bleef maar overgeven Dus toen hebben ze hem toech maar naar het ziekenhuis gebracht En daar bleek het stukken erger dan ie dacht Eerst heeft hij nog op een zaaltje met drie anderen gelegen Maar al gauw heeft hij een kamer voor zichzelf alleen gekregen En die ziekte kreeg hem steeds meer in zijn macht Net zolang totdat hij dood ging op een nacht
Bijna elke dag nog moet ik aan mijn vader denken En dan tel ik gauw tot tien 'k Doe mijn best me in te houwen en mijn tranen weg te douwen Want ik vind het kinderachtig als ze me verdrietig zien Maar vaak merk ik al bij zeven dat ik grien En mijn moeder die dan ziet hoe ik mijn neus weer zit te snuiten, zegt, 'probeer het nou eens jongen, ga wat leuks doen ga naar buiten' Op de fiets een keertje naar de Lek misschien Maar die wil ik van mijn leven niet meer zien