Dat onze wederzijdse ouders ruzie hadden En onophoudelijk elkanders naam bekladden Sprak ons, als kinderen, niet zo bijzonder aan Desniettemin was het ons absoluut verboden Zo pertinent, dat je haast zeggen kon ten dode Om ook maar even met elkander om te gaan Tot wij op zekere keer die stalen regel schonden Niet eens bewust met een vooropgezet idee Onder het spelen hebben wij elkaar gevonden Ook al beseften wij dat toen nog geen van twee Romeo en Julio, ook al beseften wij dat toen nog geen van twee Toen onze wederzijdse ouders daarvan hoorden Vielen er thuis natuurlijk hele harde woorden En onze straffen waren evenredig zwaar Met tiranie kan men een heleboel verdrukken Alleen de waarheid is er nooit mee uit te rukken En in het geheim kwamen we toch weer bij elkaar Terwijl de avondlucht naar lentebloesem geurde Terwijl de vogels liedjes zongen van de mei Was het dat in ons iets heel wonderlijks gebeurde Je werd er droevig van en tegelijk zo blij Romeo en Julio, je werd er droevig van en tegelijk zo blij We hebben heel wat smaad en spot moeten verdragen De meeste deuren werden voor ons dichtgeslagen De meeste mensen gunden ons slechts galg en rad Tot wij tenslotte voor de tegenstand bezweken En wij vertrokken zijn naar onbekende streken Om te gaan wonen in een verre vreemde stad Men zegt: 'waar liefde woont gebied de heer zijn zegen' Maar voor de buitenbeentjes is dat toch niet waar We hebben nooit meer een bericht van thuis gekregen Maar zijn gelukkig, heel gelukkig met elkaar Romeo en Julio we zijn gelukkig, heel gelukkig met elkaar