Vendor staat op z'n balkon Verdriet straalt uit z'n ogen Vendor ziet geen ochtendzon Z'n rug is diep gebogen
Vendor sterk en fier De grote elfenvader Uit de Zwarte Bergen, ver van hier Komen trollen en dwergen nader
Ofschoon men in het vroege jaar reeds trollen had vernomen Ja, zelfs tot aan de muren van de oude elfenpoort Dacht niemand aan een groot gevaar en was men blijven dromen Totdat voor zeven dagen, zeven elfen waren vermoord
Vendor staat op z'n balkon Ver weg klinken oorlogstrommen En dreigend langs de horizon Steigen zwarte rookkolommen
Zilverdael, oh Zilverdael Vergeefs zullen wij strijden En onder een vreemde wrede taal Zal jij straks moeten lijden
Morgen zal je schreeuwen om de pijn van al je wonden Een zwaard zonder genade die jouw hart verscheuren zal Nu nog straalt je lieve lach, zo teer en ongeschonden M'n liefste, m'n liefste, Zilverdael