De jonges van het wegvervoer Die gooiden 't zaakje plat Maar Keessie Maffer, de chauffeur Kroop in de baas z'n gat Hij stapte achter 't stuur Dat veertig graden speling had En z'n remmen glipten door Z'n banden stonden glad Keessie Maffer hield z'n kar aan 't rijden Keessie Maffer op de brave toer Keessie Maffer, gore onderkruiper Jij krijgt het gouwen speldje van het Wegvervoer De jonges zeien: 'Keessie Laat die brik vandaag nou staan!' Maar voor z'n baas is 'ie er toch De weg mee opgegaan En na een dag van twintig uren Is 'ie mooi geslipt En in het donker van de dijk Het water ingewipt Keessie Maffer: Hersens door de voorruit Keessie Maffer bloeiend op de vloer Keessie Maffer in 't kanaal verzopen Zo reed 'ie naar de hemel voor het Wegvervoer Toen Keessie Maffer stopte Voor de gouwen hemelpoort Zei Petrus: 'Ha, die Kees Je hebt mijn oproep dus gehoord Mijn engelenkoor ligt plat Maar dat geeft niks Nou jij d'r bent Want jij breekt die staking; Draai maar aan ons pierement!' Keessie Maffer, bovenaardse gluiper Keessie Maffer, platte hemelhoer Keessie Maffer werd de onderkruiper der engelen Precies als bij het Wegvervoer