Ik zal je leren blazen tegen het grote kattenkwaad Ik zal je leren blazen tegen het grote waf-woef-waf Het grote waf-woef-waf dat altijd door de wereld gaat En als je dan goed blazen kan dan blaas je het van je af Kattemenoeltje, kattemenoel Ik zal je leren spelen met je eigen mooie staart Of met een heel klein plonseltje of met een pluisje touw Wij amuseren ons met niks, dat ligt in onze aard Die arme mensen ach die amuseren zich niet gauw Die hebben daar Wim Kan voor nodig, liefje op zo'n minst Wij katten kunnen zonder hem en dat is onze winst Kattemenoeltje, kattemenoel Ik zal je leren krabben tegen bloemetjesbehang En lekker met je nagels langs de mooie nieuwe stoel Daar zijn de mensen razend om, dat weten we al lang Die arme dwazen kennen niet dat zalige gevoel Kattemenoeltje, kattemenoel Ik zal je leren stelen uit de wiebelende pan Ik zal je leren kopjes geven aan de goeie man Ik zal je leren zwerven op de smalle daken 's nachts Het helle groene koplampen die schijnen onverwachts Kattemenoeltje, kattemenoel Ik zal je leren lopen op een blad met twintig glazen Zonder d'r een te breken en ik zal je leren blazen Ik zal je leren blazen tegen het grote kattenkwaad En tegen het grote waf-woef-waf dat door de wereld gaat En dan ben jij een goede kat zo een als ik bedoel Kattemenoeltje, kattemenoel Kattemenoel