Lyrics:

Tijd voor de limericks
Ja

Lalala...
Ik begin, daar gaat ie

Er was eens een jongen uit Loenen
Die stond met z'n meissie te zoenen
Toen hij vroeg: 'Is 't fijn?' zei ze: 'Nee, het doet pijn
Want je staat al een uur op m'n schoenen', ja

Lalala...
Wie nou, jongens?

Een vrouw van een deken te Aken
Lag 's nachts diepe zuchten te slaken
Ze jammerde: 'O, 'tet kriebelt me zo
Wel een deken in bed maar geen laken'

Lalala...
Ik heb er ook een, hoor!

Een poes met een vlooientheater
Dronk flessen jenever als water
Zo zat als een aap viel zij dan in slaap
Maar werd wakker met zo'n grote kater

Lalala...
Nou ik, hoor. Ik heb er ook een

Een bas uit een koor in Vianen
Gleed uit op een trosje bananen
Hij viel niet op z'n gat maar voorover zodat
Hij nu zingen moet bij de sopranen

Lalala...
Ik heb er ook nog een, hoor!

Twee nonnen uit Montevideo (Video)
Die ruilden hun Alfa Romeo (Romeo)
In voor een Daf en rijden nu maf
Als promotieteam rond van de EO, ja!

Lalala...
Ik heb er nóg een!

Een stokoude man uit Japan was
Benieuwd of ie nog wel een man was
Hij nam een vrouw mee naar bed maar hij lag nog maar net
Of hij wist niet meer wat ie van plan was

Lalala...
Mag ik ook nog één keer?

Er was eens een maagd in Zuid-Laren
Die wilde haar kuisheid bewaren
Maar ze ontmoette een keer een schatrijke heer
Er was eens een maagd in Zuid-Laren

Lalala...
Even wachten, hoor, ik weet er nog een

Er was eens een dame in Gieten, wacht nou effe
(Lalala...)
En m'n zuster die stond in de keuken, wacht nou, ik ben d'r niet
(Lalala...)

En er was eens een dame in Lutje, en, eh, wacht nou!
(Lalala...)