's Morgens vroeg in de ochtend, wachtend op de eerste trein
Met valiezen vol verwijten, zonder afscheid
Wel een momentschok bij het zien van oude wegen
Meer nog dan bij de lijnen die reeds uitgestippeld zijn
Van een schema dat in dromen werd geboren.
IJzeren wielen zullen mij ronduit verder brengen
Denderen naar het oosten, rollen naar een punt
Vanwaar je opnieuw uit kunt beginnen
Is er soms iemand die mijn tijd zou willen doden?
Staren naar wat mussen, bezig tussen de rails
Die tjilpend vluchten met mijn gedachten
Om pas terug te gaan als blijken zou, dat ik
Niets meer heb te zeggen, uitgepraat zal zijn
Over dingen waar ik nu nog de mond van vol heb
IJzeren wielen zullen mijn lichaam overbrengen
Dat popelt van verlangen
Plaats neemt bij het raam, een man verslindt het kaartje
Hoera, we komen eraan, mijn kreet ontkoppelt
Een stad met zeven buitenwijken
Een stad waarin zovelen gejaagd elkaar voorbij gaan
Carri