Mijn moeder, ze had iets...
Ze had iets gevaarlijks,
Ze had iets van een engel,
Had iets van een duivels wijf.
Ogen die konden doden.
Maar ik hield
Van naar handen op mijn lijf,
Hield van de geur
Van haar haar,
Hield van de geur
Onder haar armen.
In de ogen van mijn moeder
Was altijd een lichtje.
In de ogen van mijn moeder
Was altijd een lichtje.
Altijd vond ik daar
De liefde,
In de ogen van mijn moeder.
Als ik in de ellende zat,
Luisterde mijn moeder.
Zij wist wanneer ik laf
En zwak was,
Zij wist waarom ik zo dronken
Als een tor was.
Zij kende de geur
Van mijn voeten,
Wist
Hoe ik ben in het bloot.
Als ik ziek was
En bang
Verstopte ze mij
In haar schoot.
In de ogen van mijn moeder
Was altijd een lichtje.