Aan De Amsterdamse Grachten heb Ik Heel Mijn Hart Voor Altijd Verpand amsterdam Vult Mijn Gedachten als De Mooiste Stad In Ons Land
al Die Amsterdamse Mensen al Die Lichtjes 's Avonds Laat Op Het Plein niemand Kan Zich Beter Wensen dan Een Amsterdammer Te Zijn
er Staat Een Huis Aan De Gracht In Oud Amsterdam waar Ik Als Jochie Van Acht Bij Grootmoeder Kwam nu Zit Een Vreemde Meneer In 't Kamertje Voor en Ook Die Heerlijke Zolder Werd Tot Kantoor
aleen De Bomen, De Bomen, Hoog Boven Het Verkeer en Over Het Water Gaat Er Een Bootje Net Als Weleer
aan De Amsterdamse Grachten heb Ik Heel Mijn Hart Voor Altijd Verpand amsterdam Vult Mijn Gedachten als De Mooiste Stad In Ons Land
al Die Amsterdamse Mensen al Die Lichtjes 's Avonds Laat Op Het Plein niemand Kan Zich Beter Wensen dan Een Amsterdammer Te Zijn
al Die Amsterdamse Mensen al Die Lichtjes 's Avonds Laat Op Het Plein niemand Kan Zich Beter Wensen dan Een Amsterdammer Te Zijn