Lyrics:

Zilverdael, Zilverdael, Zilverdael, Zilverdael
Zilverdael, Zilverdael
Ontwaakt bij de eerste zonnestraal
Zilverdael, Zilverdael
Jouw stille schoonheid, groots en teer,
sprankelt in de ochtendgloed.
Geen wrede stap kwam ooit op je neer
alleen de lichte elfenvoet.
En de bomen van het elfenwoud
staan nog na te dromen
Ze zijn al duizend jaren oud,
de oude elfenbomen.

Zilverdael, Zilverdael
Jouw glimlach spreekt z'n eigen taal
Zilverdael, Zilverdael
Een schoonheid die hier eeuwenlang
voor het kwade bleef verborgen
Maar droevig klinkt je elfenzang
door de prille morgen.

Maar het zilver van de waterval
murmelt zacht en tevreden
en zoekt z'n weg naar 't elfendal,
ver beneden.

Zilverdael, Zilverdael
Zilverdael, Zilverdael
Zilverdael, Zilverdael
______________________

Vendor staat op z'n balkon,
verdriet straalt uit z'n ogen.
Vendor ziet geen ochtendzon
z'n rug is diep gebogen.

Blonde Vendor, sterk en fier;
De grote elfenvader.
Uit de Zwarte Bergen ver van hier
komen trollen en dwergen nader.

Ofschoon men in het vroege jaar
reeds trollen had vernomen.
Ja zelfs tot aan de muren van de oude elfenpoort.
Dacht niemand aan een groot gevaar
en was men blijven dromen.
Totdat voor zeven dagen
zeven elfen waren vermoord.

Vendor staat op z'n balkon,
ver weg klinken oorlogstrommen
en dreigend langs de horizon
stijgen zwarte rookkolommen.
Zilverdael, oh Zilverdael,
vergeefs zullen wij strijden
en onder een vreemde, wrede taal
zal jij straks moeten lijden.

Morgen zal je schreeuwen om de pijn van al je wonden
Een zwaard zonder genade die jouw hart verscheuren zal
Nu nog straalt je lieve lach, zo teer en ongeschonden
M'n liefste, m'n liefste Zilverdael
________________________________

Wij zijn de trollen, wij zijn de trollen
Wij zijn de trollen, wij zijn de trollen

Wij zijn de trollen, wij zijn gemeen
Wie voor onze voeten komt vertrappen wij meteen
Wij zijn de trollen, wij zijn zo wreed
Gnoer is onze leider die de grootste gruwels weet
Gnoer is onze leider die de grootste gruwels weet
Gnoer is onze leider die de grootste gruwels weet

Wij haten heel die elfenkliek
en vogels, bloemen, dieren.
Van elfen wordt een trol doodziek,
een trol heeft pas manieren.
Van elfen wordt een trol doodziek,
een trol heeft pas manieren.
Wij haten al wat elfig is
in bossen en rivieren
Wij kennen geen vergiffenis
Een trol heeft pas manieren

Wij zijn de trollen, wij zijn de trollen
Wij zijn de trollen, wij doen het goede kwaad
Vermorzel heel het elfentuig is waar 't een trol omgaat
Wij zijn de trollen, 't slechtst van allemaal
Met onze trollengrollen op naar 't Zilverdael
Met onze trollengrollen op naar 't Zilverdael
Met onze trollengrollen op naar 't Zilverdael

Wij haten heel die elfenkliek,
en vogels, bloemen, dieren.
Van elfen wordt een trol doodziek,
een trol heeft pas manieren.
Wij haten al wat elfig is
in bossen en rivieren
Wij kennen geen vergiffenis
Een trol heeft pas manieren

Wij zijn de trollen, wij zijn de trollen
Wij zijn de trollen, wij zijn de trollen
Wij zijn de trollen

Honderduizend trollen uit het verre, diepe trollenwoud
't Elfenbloed zal stollen, elke elfenkop wordt afgehouwd
Ons valt niet te dollen, trollenbloed is als je 't goed beschouwd
IJskoud, ijskoud
't Liefste wat we drinken, dat zijn liters warm elfenbloed
De trol die 't hardst kan slikken heeft de allergrootste trollenmoed
Op Gnoer zullen we klinken, onze oppertrol die stinkt pas goed
Zo als het moet

Want Gnoer is onze oppertrol, Gnoer weet alles beter
Gnoer die heeft een trollenhol, en dat ruik je vanaf honderd meter
Gnoer is onze oppertrol, Gnoer weet alles beter
Gnoer die heeft een trollenhol, en dat ruik je vanaf honderd-

Alles wat we tegen komen wordt de modder ingeboord
Waar trollen vrij van komen, is van plundering en ook van moord
Zilverdael moet ingenomen, 't heeft ons nu al lang genoeg gestoord
Morgen is de grote dag, dan komt de grote trollenstrijd
Morgen is de grote slag, 't trollenzwaard is voorbereid
Geen elf die 't overleven mag want Gnoer die overwint altijd, altijd.

Want Gnoer is onze oppertrol, Gnoer weet alles beter
Gnoer die heeft een trollenhol, en dat ruik je vanaf honderd meter
Gnoer is onze oppertrol, Gnoer weet alles beter
Gnoer die heeft een trollenhol, en dat ruik je vanaf honderd

Wij zijn de trollen, wij zijn de trollen...
______________________________________

Wij zijn de dwergen, onze zwaarden zijn van staal
In de grotten van de bergen smeden wij ze allemaal
We laten ons niet tergen, nee, dan geven wij een haal
en dat is dwergentaal

En de bijl van Grup is de snelste, de wreedste
Gesmeed en geklonken in het aller heetste
Vuur! Tegen de elfen
Vuur! Tegen de elfen

We houden niet van trollen ,want die stinken oh zo erg
Naar vieze rotte schollen, nee da's heus niets voor een dwerg
Van bieten en van knollen met een saus van elfenmerg
Bij de dwergenberg

En de bijl van Grup is de snelste, de wreedste
Gesmeed en geklonken in het aller heetste
Vuur! Tegen de elfen
Vuur! Tegen de elfen

We zijn de slechtheid zelve en de dwergen zijn nooit bang
We leven in gewelven al zo'n duizend jaren lang
We haten alle elfen en speciaal hun elfenzang
Daar krijg je kriebels van

En de bijl van Grup is de snelste, de wreedste
Gesmeed en geklonken in het aller heetste
Vuur! Tegen de elfen
Vuur! Tegen de elfen
____________________________________
Ginder loopt de oude weg,
langs de Grienden naar de Voorden,
door velden met de Bremmensteg,
naar het hoge noorden.
Voorbij de hoge Wilgendijk
Dan flitst door z'n gedachten
Daarachter ligt het schimmenrijk
en het zwaard der zeven nachten

Maar hij die het zilveren zwaard hanteert
zal heldendom verwerven
Geen trollenmacht of dwergenkracht die dit bestrijden kan
Maar hij die het zilveren zwaard begeert
zal na zeven dagen sterven

Zo heeft de wet geboden
(Ga nu)
De wet van het rijk der doden
(Ga nu)
Zo heeft de wet geboden
(Ga nu)

Ga nu heen m'n elfenkind
waar wind vol zacht gefluister is
In duisternis
zijn zij die verloren zijn,
geboren zijn zij voor altijd
in eenzaamheid
Waar een zon nooit schijnen zal

Het Schimmendal
(Ga nu)
(Vendor)
(Ga nu)

Daar wordt zij door hen bewaard
het zwaard
De elf die 't voor haar plan ten strijde nam
geeft hem kracht en grootse macht
De achtste nacht
en sterven zal zijn geest

Voor eeuwig en altijd
in een schimmenstrijd
(Vendor)
Der eenzaamheid
(Ga nu)

(Vendor)
(Ga nu)
(Vendor)
_________________________________
Wij zijn de trollen, zo hard als een steen
Veel harder dan dwergen, dat zie je meteen

Wij zijn de dwergen, ontzettend zo wreed
Veel wreder dan trollen, en vreselijk heet

Wij zijn de trollen, veel slechter zijn wij
Daar zijn jullie dwergen maar rijstebrij bij

Wij zijn de dwergen, veel slechter dan slecht
Nog nooit heeft een dwerg voor een trol afgelegd

Een dwerg die dat zegt
Dwergen zijn eikels, zo stom als een os

Ja, spuit maar eens flink D.D.T. in het bos
Die stank verraad jullie zo aan de vijand

Een dwerg die nooit zwijgt met z'n botte verstand

Gnoer, jullie leider, met die stomme bijl
Moet je 'em zien lopen, zo slap als een dweil

Gnoer heeft pas stijl
Grup is zo stom, het is net een groot kind
Hij is stom en stinkt een half uur in de wind

Een trol die dat vindt
Jullie zijn eikels, zo slap als een drol

Kijk naar jezelf, met je sombere hol

Smerige schol

Grup is een slijmerd en wat is 'ie laf

Kijk naar jezelf, het slijm druipt d'r af

Jullie zijn maf
Zonder de trollen zijn jullie nowhere

Ach, spreek toch je moerstaal, dat klinkt al vulgair

Jullie zijn stakkers, niet goed in je hoofd

Alsof 't I.Q van een trol veel beloofd

Jullie zijn slijmerds en hufterds en stakkers

Jullie zijn schijterds en knuppels en kakkerds

Jullie zijn eikels en ook koekenbakkers

Jullie zijn ezels en ook broekenkakkerds
________________________________________

Stilte, trollen, hou op met dat gezeur
Stilte, dwergen, de strijd staat voor de deur!

Het uur van de waarheid is nu aangebroken
Wij willen bloed
Want dat doet ons goed

Heel het elfentuig wordt overhoop gestoken
Wij willen bloed
Want dat doet ons goed

Zilverdael wordt eindelijk door ons gewroken
Wij willen bloed
Want dat doet ons goed

Nog even en dan hebben ze een poepie geroken
Wij willen bloed
Want dat doet ons goed

Het uur van de waarheid is nu aangebroken
Wij willen bloed
Want dat doet ons goed

Heel het elfentuig wordt overhoop gestoken
Wij willen bloed
Want dat doet ons goed

Zilverdael wordt eindelijk door ons gewroken
Wij willen bloed
Want dat doet ons goed

Nog even en dan hebben ze een poepie geroken
Wij willen bloed
Want dat doet ons goed...
__________________________________

Welk aards figuur is 'r die vraagt
Om z'n laatste uur, ja, hij die waagt
het rijk van de nacht,
de duistere kracht
de schaduw des doods te betreden

Aan wie hoort de voet
die de schimmen aandoet
Wat is z'n doel en welk z'n reden?

Welk aards figuur durft hier te gaan
Voorbij de dode muur, wat is z'n naam?
Iedereen die in 't schimmenland beland
die is niet goed bij z'n verstand
die is dan zeker op z'n achterhoofd gevallen

Aan wie hoort de voet
die het schimmenrijk aandoet
en onze rust zomaar bewust durft te verknallen

Ik ben Vendor, koning der elfen,
uit het Zilverdael ben ik hierheen gesneld.
Ik ben Vendor, koning der elfen,
ons lieflijke schoonheid verscheurd door geweld.
Zo lang zijn de nachten en donker de dagen
sinds ik mijn land in haar doodsstrijd verliet
En daarom ben ik hier, om uw hulp te vragen;
Help mijn volk uit ons leed en verdriet.

Het klinkt wel heel naar
maar wat denk je nou? Daar
hebben wij toch geen barst mee te maken.
Of verwacht je van ons
dat we meegaan soms?
Je zorgt maar voor je eigen zaken.

Het doet ons geen bal
wat er buiten 't dal
van de schimmen ook moge gebeuren
Ook al slaan jullie daar
iedereen in elkaar,
zolang je bij ons maar niet komt zeuren

Hoor mij, schimmen en geesten der schaduw;
Ik vraag u niet mee ten strijde te gaan,
maar gij hebt die ene
en zij is degene
waarmee ik het kwaad en geweld kan verslaan
Hoor mij, schimmen en geesten der schaduw,
de macht die u diep in uw tomben bewaart.
Zij kent geen genade
tegen het kwade
Och, geesten des doods, schenk mij het zilveren zwaard

Maar ben je bewust
welk een vloek daar op rust?
Want hij die het zwaard zal hanteren
zal branden als vuur
in eeuwige duur
daar waar demonen regeren...
_____________________________________

Het uur der waarheid is nu aangebroken
Wij willen bloed, want dat doet ons goed

Heel het elfentuig wordt overhoop gestoken
Wij willen bloed, want dat doet ons goed

Zilverdael wordt eindelijk door ons gewroken
Wij willen bloed, want dat doet ons goed

Nog even en dan hebben ze een poepie geroken
Wij willen bloed, want dat doet ons goed

Het uur der waarheid is nu aangebroken
Wij willen bloed, want dat doet ons goed

Sla ze voor hun kop, sla d'r bovenop
Sla ze op hun donder, van boven tot van onder
Alles moet gesloopt, en ieder opgeknoopt
Benen, koppen, armen, ogen, oren, darmen
Hak ze in elkaar, 't geeft niet hoe en waar
Korte metten maken, rammen waar je kan raken
Iedereen die dwars is sla je voor z'n harses
Raak ze hard en goed, spuiten moet er bloed

Dit is pas een oorlog
(Vendor, oh Vendor)
Een echte eersteklas oorlog
(Vendor)
Dit is een oorlog waar wij van genieten
Ja, dit is een oorlog waar wij gek op zijn

Wat heet een oorlog, wat heet bloedvergieten
Nog nooit zagen wij zo een bloed'rige strijd

Nooit zo'n lol gehad, nooit zo'n volbloed treffer
Krijg je'n elfenvrouw, geef d'r dan een houw
Alles moet kapot, alles moet verrot
Alles mollesteren, alles moet kreperen
Kijk ze nou eens hollen, vieze elfensnollen
Nu zullen ze leren wie er gaat regeren
Hakken, houwen, schoppen, handel naar de knoppen
Vieze elfenschorum, sla ze voor hun porum

Dit is pas een oorlog
(Vendor, oh Vendor)
Een echte eersteklas oorlog
(Vendor)
Dit is een oorlog waar wij van genieten
Ja, dit is een oorlog waar wij gek op zijn

Wat heet een oorlog, wat heet bloedvergieten
Nog nooit zagen wij zo een bloed'rige strijd...
____________________________________________

(Vendor is terug, Vendor is terug, Vendor is terug)

Vendor keert weer, hij keert weerom
Elfen, o elfen, sla nu op uw trom

Vendor is weerom, die is effe stom
Krijgt 'ie ook z'n zin, sla z'n hersens in

Vendor keert weer naar het Zilverdael
En in z'n hand blinkt het doden metaal

Sla 'em in z'n graf, sla die kop d'r af
't Staat veel beter zonder, sla 'm voor z'n donder

Hij brengt het zwaard, het zilveren zwaard!
De vloek van 't doden rijdt mee op z'n paard
Want Vendor zo fier, Vendor is hier
Verdoem en vermorzel het smerige dier
Dat rond Zilverdael waart
Geen trol wordt gespaard
Geen dwerg ontkomt nu aan de vloek van het
zilveren zwaard, zilveren zwaard

Dat is vuil bekeken, vieze elfenstreken
Achterbakse schorum, zie je aan hun porum
Zo gaat onze Gnoer naar z'n trollenmoer
Moeten 'm nu smeren, zijn niet af te weren

Vendor keert weer, hij keert weerom
Elfen, o elfen, sla nu op uw trom

Zitten nu gebakken, krijgen ons te pakken
Alles naar de knoppen, zijn niet meer te stoppen

Vendor keert weer naar het Zilverdael
En in z'n hand blinkt het doden metaal

Grup heeft net verloren, onze kop verloren
Hebben Gnoer te pakken, gaan z'n kop afhakken

Hij brengt het zwaard, het zilveren zwaard
De vloek van het doden rijdt mee op z'n paard
Vervolg nu de trol tot diep in hun hol
Genadeloos zwaar is de gruw'lijke tol
Die nu wordt betaald, Vendor bepaald
Geen dwerg en geen trol ontkomt nu aan het
zilveren zwaard, zilveren zwaard

Vendor keert weer, hij keert weerom
Vendor keert weer, hij keert weerom
Vendor keert weer, hij keert weerom
Vendor keert weer, hij keert weerom...
__________________________________________

Vaarwel vrinden, ik moet gaan
Mijn laatste uren zijn nu bijna om
Nu het strijden is voldaan
Wenst het rijk der doden dat ik tot hen kom
Vergeet de wonden en de pijn
En weet dat straks de morgen weer vervult van levenslust zal zijn
Vaarwel m'n liefste

Zilverdael, lief en teer
Hoe zwaar jouw schoonheid ook geleden heeft
Morgen straalt die liefde weer
Verborgen liefde die van binnen leeft
Vergeet de mateloze strijd
En weet dat straks de zon de morgen met haar warmte weer verblijdt
Vaarwel m'n liefste

Vaarwel vrinden, ik moet gaan
(Vaarwel Vendor)
Omarm mij voor een laatste maal
(Vaarwel Vendor)
't Uur van scheiden breekt nu aan
(Vaarwel Vendor)
Vaarwel m'n allerliefste Zilverdael
(Vaarwel Vendor)
Leef in vrede en wees vrij
Verdien 't leven, verdedig haar, 't kwade blijft nabij
Vaarwel m'n liefste...
______________________________________