Anne als ik jou zie ben ik niet meer bij te sturen
Anne die momenten zouden eeuwig moeten blijven duren
's Morgensvroeg ik breng het ontbijt naar de kamer
Het is nog donker en jij ligt nog wat te slapen
Je ene been hangt uit het bed je haren door elkaar
En ik geef je 'n zoen op je neusje maar je wordt het niet gewaar
Je drinkt je koffie en begint zachtjes wat te praten
Je kan 't niet laten en toch moet je even gapen
Maar het is zondag dus hoeven we vandaag toch niets te doen
We duiken terug de lakens in en we vrijen tot de noen
Je vlijt je zachtjes tegen me aan je hoofdje in mijn zij
En dan weet ik dat je van me houdt en dat maakt me blij